🏠News ContactLinksPlan-Regio + WeerAgenda'sFolders
De kluis Gordes Klause in Moresnet-Chapelle (V.V.V. Drie grenzen)

Geschiedenis ➔ Diverse Kronieken ➔ Kruisweg Moresnet-Chapelle

Diverse kronieken


  1. Het wit huis

Cimetière américain

  1. Voorwoord
  2. De site vóór 1944
  3. De voorlopige
  4. Het permanente
  5. De inauguratie
  6. Van Henri-Chapelle
  7. Beheer

Kasteel David-Eulenbg.

  1. Het kasteel
  2. Steengroeve (Leverbach)
  3. De familie David
  4. Tijdens het oorlogsgeweld

Kruisweg Moresnet-Ch.

  1. Historiek
  2. De Paters Franciscanen
  3. Smeedstaalkunstwerken
  4. Botanische ontdekking
  5. De kluis Gordes Klause
  6. Hernieuwing XIIe statie
  7. De begraafplaats Calvarie
  8. Vertrek Franciscanen
  9. Een nieuw hoofdstuk

Klokken van Plombières

  1. Weghalen van de klokken
  2. Terugkeer van de klokken

Pensionaat Maria Hilf

  1. De zusters in Maria Hilf
  2. De Paters in Maria Hilf
  1. Andere kronieken


Kruisweg Moresnet-Chapelle

De kluis "Gordes Klause" in Moresnet-Chapelle


Het pelgrimsoord van Moresnet werd door de kerkelijke overheden officieel erkend in 1831. Vanaf dan werd drie keer per week de mis opgedragen in de Mariakapel.

Op 4 september 1831 droeg de pastoor van Moresnet, Philipp Kaulmann de eerste mis op.
Het was logisch om vanaf dat ogenblik een koster te zoeken.

Een kluizenaar "Gordes" genaamd, bood zich aan en hij bouwde in 1831 dicht bij de kapel een huis dat "Gordes-Klause" genoemd wordt, dus als kluis aangeduid wordt. Na het vertrek van de kluizenaar kwam Peter Munster uit Monschau, hij ging ook in de kluis wonen en was koster in de kapel. Weldra kreeg hij gezelschap van Peter Joseph Thimister, op 2 februari 1794 geboren in Moresnet en een beetje later kwam Laurentius Cohnen, geboren 1 december 1804 in Teveren. De drie kluizenaars werden gewaardeerd, zij boden godsdienstige voorwerpen en kleine verfrissingen aan de pelgrims, en aanvaardden giften voor de bedevaart.

Peter Munster kocht de kluis en de aanliggende tuin in 1850, en schonk het goed in 1852 aan de kerkfabriek van Moresnet met een schenkingsakte waarin bepaald werd dat Thimister en Cohnen levenslang in de kluis mochten wonen. De eerste stierf er op 17 februari 1872, de tweede op 20 mei 1876. De laatste kluizenaar was Alexander Zeppenfeld, die op 1 mei 1872 kwam, en in de orde der paters Franciscanen intrad onder de naam Pater Alexius ; hij stierf in Harreveld (Nederland) op het feest van Sint-Jozef in 1882. Gedurende die 40 jaar kende het bedevaartsoord een sterke groei, vooral vanaf 1863 toen de weg Buschhausen-Gemmenich gebouwd werd, die vlak langs de kapel loopt.

...

Vanaf 1944 werd de kluis bestemd voor de beginnende Baden Powell scoutsgroep. Deze jeugd-beweging dankt zijn opstart en zijn onderkomen aan Pater Bentivolius en werd geleid door Joseph Mostert, François Nyssen en Paul Flas. Na 10 jaar werden zij priester en werd de scoutsgroep overgenomen door de Paters Oblaten in Gemmenich.

Kleine zuster kluizenaar zonder naam !

In de jaren 80 gebeurde er iets nieuws in de Gordes-Klause. Vergezeld van Pater Jezuiet Jean Carlier bood zich de genaamde La petite sœur aan bij de toenmalige Franciscaner Overste Pater Bernardin (Schröder). Zij wenste kluizenaarster te worden en zich in de kluis te vestigen, wat aanvaard werd.

Korte tijd geleden deed la petite sœur beroep op mij om haar geschiedenis neer te schrijven. Ik ben dit werk begonnen en heb een aantal elementen die ze mij bezorgde uitgeschreven, maar ik heb dit niet kunnen afmaken omdat zij is overleden op 8 augustus 2012. Ter ere van haar schrijf ik dit artikel een beetje lang uit.

La Petite Sœur was lid van de broederschap van Charles de Foucault. Zij begon haar stille opdracht als kluizenaarster in Verviers, en meldde aan Pater Carlier s.j. van Verviers haar bedoeling om zich in Moresnet te vestigen. Toen de pater haar vroeg of ze de omgeving kende antwoordde ze negatief, maar het was de wil van God !

Wie een brief ontvangt getekend " Petite Sœur amoureuse de Dieu " mag zich gelukkig achten want hij komt van een vrouw die een heel bijzondere relatie heeft met God. La Petite Sœur is kluizenaarster in Moresnet-Chapelle. Zij woont in het kleine huis tegenover het park van de kruisweg. Zij leeft helemaal niet teruggetrokken van de wereld. Elke dag ontvangt ze uitgebreid post: vijfentwintig brieven vol verdriet en zorg. Daarin vragen de briefschrijvers om een gebed omdat ze ziek zijn, financiële problemen hebben of niet meer overeenkomen met hun echtgenoot. Veel mensen brengen haar een bezoek in de kluis. Zekere dag ontmoet zij Jean, die door zijn familie verstoten is omdat hij aan HIV lijdt. Zijn lijden is zo erg dat hij zich wilde verhangen, maar toen heeft hij la petite sœur ontmoet, die hem vroeg haar de koord te schenken waarmee hij zich het leven wou nemen. Er ontstond een vriendschap tussen beiden, en de kluizenaarster hielp hem om opnieuw zin in het leven te krijgen en het geloof in God. Hij stierf een jaar later aan zijn ziekte. Dit is een verhaal tussen vele andere.

Het is dank zij la petite sœur sans nom dat veel mannen en vrouwen in de kluis een hulp hebben gevonden voor het oplossen van hun problemen. La Petite Sœur heeft de kluis verlaten toen ze aan een ongeneeslijke ziekte leed. Ze zette haar leven van gebed en luisterbereidheid verder in het home Regina in Moresnet-Chapelle, waar zij haar correspondent God heeft ontmoet !

De recente bewoners

Zuster Maria Renata
- toegekomen in oktober 2006 ; zij heeft de studies theologie voltooid in Aken.
Deze kluizenaarster werd aanbevolen door abt Karl Gatzweiler.
Voorwaarde om het huis te betrekken : vervanging van de verwarmingsinstallatie (gas-elektriciteit)
- vertrek : 31 oktober 2008.

Broeder Sérafin (Jean-Pierre Lawalree)
Broeder monnik in het klooster van Chevetone
- toegekomen als kluizenaar op 19 mei 2009 ; aanvaard door Mgr Jousten
Doelstelling : Ora et Labora (bid en werk)
Onderhoud van de kruisweg, de tuin en de ingang van het klooster, hij verzorgt ook een aantal diensten op het domein.
De vzw voorziet in zijn onderhoud.
- vertrek 5 mei 2011.
De kluis wordt hersteld door de vzw.

Op 27 maart stelde Zuster Gertrude clarisse van Aken haar kandidatuur als kluizenaarster. Dit kon niet praktisch gerealiseerd worden.
Gebruik van de kluis van 10 juli 2012 tot 31 augustus 2012 door Mr Marc Desmet, deelname in de kosten : 30 € per maand.

Artikel opgesteld door Joseph Langohr op 10 augustus 2012 (dag van de begrafenis van la Petite Sœur ermite)
Literatuurbronnen :
- revue rhenania Franciscana (P Herbert Schneider ofm)
- Godsdienstige invloed op het socio-culturele leven van de regio Plombières (Joseph Langohr)
Vertaling : Hubert Van den Bergh - Lommel.