🏠News ContactLinksPlan-Regio + WeerAgenda'sFolders
Kasteel Eyneburg - Hergenrath (V.V.V. Drie grenzen)

Ontdecking ➔ De kastelen

➔ De lijst   ➔ kastelenroute      Printervriendelijk

Kasteel Eyneburg (Hergenrath).


Andere benamingen zijn; Eyneberg, Eynonberg, Eynenbourg en Emmabourg.
Deze laatste naam werd pas vrij laat (abusievelijk) aan het kasteel toegekend. Inspiratie voor deze naam vond men in de fonetische overeenkomst en de legende dat het kasteel ooit bewoond zou zijn geweest door Emma, de dochter van Karel de Grote en Eginhard. De huidige eigenaars hebben, terecht, de oude benaming Eyenbourg in ere hersteld.



Het is één van de weinige kastelen van het hertogdom Limburg dat op een heuvel gebouwd is in plaats van in een dal. men beschermde zich door middel van kunstmatig aangelegde grachten. Wat de ligging betreft, lijkt dit kasteel op kasteel Schimper gelegen op de rechter Geuloever, 3,3 kilometer stroomafwaarts. Eynebourg bepaalt het landschap van de linker Geuloever en bevindt zich op 1150 meter ten zuidwesten van de klokketoren van Hergerwath.

Men kan kasteel Eynebourg, door zijn hooge ligging en vanwege de ronde toren met slanke spits, van zeer ver zien. In 1960 (nog), was het kasteel, als gevolg van het afbreken van een brug tijdens de Tweede Wereldoorlog slechts toegankelijk via de tweede weg.
Deze weg takt zich af op de weg naar Aken op het uiterste noordoostelijke puntje van de bebouwde kom van La Calamine (Kelmis).
Deze afslag loopt naar Hergenrath. Op de weg over de heuvel die voor dit dorp ligt, moet men rechts afslaan, een smalle holle weg in. Deze weg loopt door een romantische rotsachtige en beboste engte, steekt vervolgens de geul over, en loopt iets omhoog om ten slotte uit te komen op de binnenplaats van het kasteel Eynebourg.

Deze ruime binnenplaats is de gemeenschappelijke 'cour' van de boerderij en het kasteel. Hij is in twee helften verdeeld door een moderne, gewelfde muur. De gebouwen die deze binnenplaats omringen, zijn indrukwekkend door enerzijds hun omvang anderzijds door hun historische bouwstijl.

De in gebruik zijnde gebouwen en boerderij liggen achter de muur; daarbuiten liggen de kasteelgebouwen, dat wil zeggen ten noorden en gedeeltelijk ten oosten. Zij bepalen het totaalbeeld van dit zéér gevarieerde geheel, waarvan de korte zijde uitloopt in een kapel. De noordoostelijke vleugel wordt gevormd door le Palas, het hoofdgedeelte.

Dit deel is, uitgebreid niet een naar het westen lopende vleugel die stukje bij beetje word uitgebouwd en die de voet van de toren geheel omsluit. De oudste delen van deze bouwwerken zijn ongetwijfeld le Palas, met muren van omtrent twee meter doorsnee en de toren, die in eerste instantie verbonden was met do rest door middel van een muur.

Deze dateren uit de dertiende of veertiende eeuw.
Zij hebben door de tijden heen veel veranderingen ondergaan.

In 1640 verwoestte een brand een groot gedeelte van de gebouwen. De herstelwerkzaamheden waren een goede aanleiding tot het moderniseren. Men verving met name de kleine oude vensters door mooie kruisvensters, die momenteel nog te zien zijn.

In het begin van de twinstigste eeuw onderwierp men het kasteel aan een compleet nieuwe restauratie; men vergrootte en verbreedde de vertrekken van de noordelijke vleugel en bouwde een kapel.

Bepaalde gedeelten van deze weten zijn onderhevig aan kritiek, zoals het vakwerk van de toren, enkele details aan de kapel en de nagemaakte schietgaten aan een muur aan de oostkant.
Niettemin was deze restauratie een succes.

De met leisteen beklede daken, de bijgebouwen en de bedoelde asymmetrie van de verschillende gebouwen vormen een zéér bijzonder geheel. Het is een werk van de beroemde architect Louis Arnts, restaurateur van de kathedraal van Strasbourg. Men kan niet ontkennen dat hij het geheel in middeleeuwse stijl heeft weten te houden.

Verder wijzen we nog op de volgende bijzonderheden. In de westelijke muur vinden we een gevelsteen met daarop de familiewapens van de Van Wichels en Van Rolshausens, gedateerd 1567.
Deze steen is afkomstig van de ruïnes van kasteel Bütgenbach, waarvan Christophe de Rolshausen de Heer was.
Een andere steen met daarop de wapens van de Dobbelsteins en de Westerholts is ingemetseld in de noordelijke gevel van de nog in gebruik zijnde bedrijfsgebouwen; deze draagt het jaartal 1722. Ten slotte zijn er nog twee andere gevelstenen met daarop de jaartallen 1640 en 1648.
Het interieur van het gebouwencomplex doet niet onder voor de buitenkant. VroeW was er een groot aantal oude meubels en waardevolle kunstvoorwerpen in dit kasteel te vinden. Helaas heeft de voorlaatste eigenaar deze alle verkocht. Sindsdien is dit kasteel leeg.

De naam Eyneburg of Enenburg word overgenomen van de familie die, door erfopvolging, dit landschap in bezit moet hebben gehad. Genoemd worden Theodoric van Eynenberghe, doomheer van de St. Servaas te Maastricht in 1260, Herman van Eyneberg in 1285, in 1333 en in 1336. Gérard van Eynenberghe, zoon van bovengenoemde, en in 1369, Guillaume en Daniel van Eyneberg medestrijders te Beesweiler in 1371.

Cunégunde van Eynenberg, kleindochter van burggraaf Gérard erft het landgoed en trouwt met Daom van den Bongaerd.

Hun dochter Bela van den Bogaerd erft het landgoed bij overlijden van beide ouders. De bezittingen komen zo terecht in handen van do familie van haar echtgenoot Arnould do Tzevel, die in 1430 genoemd wordt.

Vervolgens komt alles in handen van hun dochter Jeanne van Tzevel die trouwt met Jean de Dobbelstein van Doenraedt.

Hieronder volgt een chronologisch overzicht van eigenaren van het landgoed Eynenbourg:
Arnold de Dobbelstein; zoon van voornoemde, echtgenoot van N. de Maschereel; hun zoon Jean de Dobbelstein (ca. 1512) die trouwt met Odilo Bertolf van Belven; de oudste zoon van dezen, Joen de Dobbelstein die in 1669 genoemd wordt en trouwt met Anne de Tzevel in 1565; Thierry de Dobbelstein, zoon van voornoemde, voor wie zijn oom en tutor Horman de Dobbelstein in de plaats komt. Thierry huwelijkt Marguerite de Horion de Colonster in 1559. Eyenbourg gaat over op hun zoon, Jean Charles de Dobbeistein, die in 1631 opvolgt. Hij trouwt in 1628 met Holwiege de Horion. Het was Charies die tekende voor de restauratie en uitbreiding van het kasteel, (na de brand van 1640).

In 1673 is het goed in handen van Baron Jean Lambert de Dobbelstein, echtgenoot van Marie Sidonie d'Ouren van Tavigny; deze wordt genoemd in 1693. In 1721 behoort Eyenbourg toe aan Jean-Charies de Dobbelstein, die in 1697 gehuwd was met barones Catherine-Bernhardine de Westerhot Lembeq. Door gebrek aan opvolging krijgt in 1724 baron Jean-Christophe de Bertolf de Belven de heerschappij over Eynebourg. Om deze erfopvolging te verkrijgen, volgt baron Burchard-Charles-Josef de Dobbelstein in 1726 op. Hij trouwde met barones Régine-Barbe de lsendorn in het jaar 1722. In 1778 ten slotte volgde baron Charles-Auguste de Dobbelstein hem op. Hij verkocht vervolgens het kasteel en het landgoed in 1786 aan Renier-Josef Turbet, die de laatste opvolger was in 1788.

In het begin van de negentiende eeuw kwam het erfgoed weer in het bezit van de bankier Gérard Nagelmackers uit Luik, die het wederom verkocht in 1836 aan baron Florent de Thiriart de Mützhagen. Deze nam zijn achterneef baron Gaston de la Rousilière-Clouard in dienst (zie notities over kasteel Steversdorp).
In 1897 verkocht deze het landgoed, dat enkele honderden hectaren omvatte, aan Théodore Nelessen, een zakenman uit Aken, echtgenoot van Rizza Clamens.

De heer Nelessen is de initiatiefnemer van de laatste en belangrijkste restauratie van het kasteel, die hij vanaf het moment van aankoop liet begingen. Het geheel ging bij overlijden over op zijn zoon Hans Nelessen, echtgenoot van Elsa Cupper.
+ in onze rubriek FOTO'S Het kasteel staat sinds 1966 onder bescherming van het monument. In 2001, werd het door het bedrijf "Eyne" gekocht en voor het publiek beschikbaar gesteld. Sinds 2011 is het gesloten en te koop.

Uit "LES DELICES DU DUCHE DE LIMBOURG van Guy POSWICK" - (1951).
© foto: webmaster: H.Bindels