🏠News ContactLinksPlan-Regio + WeerAgenda'sFolders
De familienamen (V.V.V. Drie grenzen) (algemeen)

Geschiedenis ➔ Familienamen ➔ Algemeen

   Printervriendelijk

FAMILIENAMEN

ALGEMEEN


VOORWOORD



Ieder van ons zal zich wel eens hebben afgevraagd waar zijn familienaam vandaan komt.
De wens om daar achter te komen, is onderwerp van een volwaardige wetenschap die we antroponymie noemen. Net als de plaatsnaamkunde een onderdeel van de onomastiek, de algemene naamkunde.
Op deze plaats willen we echter volstaan met een beknopte ontstaansgeschiedenis en een overzicht van de meest voorkomende oorsprongen van onze familienamen.

Allereerst is van belang te weten of ze uit een bepaalde taal stammen: zo heeft het geen zin bij een naam als Vandervelde naar een Franse oorsprong te zoeken!
De grote verscheidenheid in familienamen bestaat bij de gratie van het grote aantal mogelijkheden ze toe te kennen of te verkrijgen.
Hun blijvende karakter danken ze aan het feit dat familienamen in het verleden geleidelijk aan erfelijk zijn geworden.Vanaf welk moment precies, hangt af van de streek en hoe families daar zelf mee omgingen.
Voordat familienamen erfelijk werden, waren het niet meer dan persoonlijke bijnamen, of zelfs simpelweg voornamen. Het is vrijwel zeker dat de gewoonte om familienamen vast te leggen en overerfbaar te maken, teruggaat tot in de 16e eeuw.

Op een gegeven moment konden aldus de enkelvoudige (bij)namen opeens vastgelegd worden als overerfbare familienamen. Deze vastlegging van de ene generatie op de andere verklaart de grote verscheidenheid aan familienamen, evenals het grote aantal oorsprongen. We zullen hieronder een paar voorbeelden geven.

Een eerste bron is de voornaam van een stamhouder, die in de volgende generaties een achternaam wordt.
Denk daarbij bijvoorbeeld aan een voorouder die geen andere naam had dan Pierre en die zijn naam als achternaam aan zijn zonen doorgeeft, die Louis Pierre en Jacques Pierre zouden hebben kunnen geheten.

Zo werden vanaf de invoering van de overerfbare familienamen de enkelvoudige namen veranderd in dubbele namen.
In de archieven is dit precies navolgbaar, want ook in het tijdperk van voor de dubbele namen werden de enkele namen al vastgelegd.


Zo ligt dus de enkelvoudige naam van een voorouder ten grondslag aan alle familienamen die vandaag de dag nog op een voornaam lijken: de Jacques, de Roberts, de André's, de Simons, de Benjamins en vele andere.

Namen kunnen ook zijn toegewezen naar herkomst van de drager ervan: Deliege, Destatte, Namur, Hamoir, Degesves, Tilmont (oude vorm van Tirlemont-Tienen), Dinant, Destrée en zoveel als er verder nog te herleiden zijn via plaatselijke dialecten: zo is Dispa de Waalse vorm van Despa.

Een lichamelijk kenmerk is vaak de oorsprong van een familienaam: Legros, Lefort, Legrand, Petit, Lebrun, Leblanc, Leblond, Malfait.

Een karaktereigenschap is ook een mogelijke bron: Lenoble, Lebon en misschien zelfs Lefin. Elk willekeurig kenmerk van de eerste houder kan worden opgepikt en zonder reden worden doorgegeven, alleen omdat de naam opeens erfelijk is geworden: dat is het geval bij Lebègue (hakkelaar) of bij Leplat.

Beroepen of ambachten zijn een belangrijke bron voor familienamen: Tourneur (Draaier), Boulanger (Bakker), Mercier (Kramer), Charpentier (Timmerman) of de Picardische variant Carpentier.

Soms is de naam van een beroep ouderwets en is die alleen nog maar met taalhistorische kennis te achterhalen.
Zo betekent Sartre "tailleur" (kleermaker), afkomstig van het latijnse 'sartor'; Lesueur wil zeggen schoenmaker evenals Corbisier; Técheur betekent "tisserand" (wever).
De overlevering van een voornaam wordt soms verbasterd: Pirsons zijn afstammelingen van een oorspronkelijke Pierre, Colson is van een Nicolas afkomstig en Janson van de een of andere Jean.

Ook achtervoegsels kunnen variaties opleveren: typisch Waalse voorbeelden vinden we bij Pirsoul, Colsoul, Gilsoul, Godsoul, Lamsoul en andere veel bij ons voorkomende namen. Godsoul zou afkomstig zijn van Godefroid en Lamsoul van Lambert.

Een onaangename spotnaam kan aan familienamen ten grondslag liggen.
Het meest voorkomende geval is dat van Cocu (= bedrogen echtgenoot).
Onze wetgeving maakt mogelijk dat familienamen kosteloos worden gewijzigd, als wordt erkend dat deze onwelluidend of schadelijk voor zijn drager is.
Deze procedure leidt tot een gerechtsbesluit dat uiteindelijk de naam verandert. Op die manier stamt Cox of Coq vaak af van een vroegere Cocu.
Een ander voorbeeld is de naam Saligot, die veranderde in Sarly.

Er valt over dit onderwerp natuurlijk nog veel meer te zeggen.
We besluiten hier echter met een laatste bijzondere naamvorming, namelijk via de taalkwestie.

Bepaalde Belgische namen zijn vertalingen van het Waals dialect in het Frans en ook valt er een bekend voorbeeld te geven dat terugvoert op Vlaams-Franse verbastering: van de Vlaamse naam Debakker werd ooit alleen het eerste deel écht vertaald en zo ontstond de Brusselse naam Lebacq.

Alle verklaringen en recherches ten spijt, er blijven evengoed veel familienamen onverklaarbaar.
Meestal is dit het gevolg van fouten die in het verleden zijn gemaakt bij het overschrijven van namen.