🏠News ContactLinksPlan-Regio + WeerAgenda'sFolders
Kasteel HOF DE DRAECK - Teuven (V.V.V. Drie grenzen)

Ontdekking ➔ De kastelen

➔ De lijst   ➔ kastelenroute      Printervriendelijk

KASTEEL HOF DE DRAECK (Teuven)


Hier volgt een omschrijving zoals Alexandre Schaepkens die gaf: "Teuven was een Heerlijkheid die behoorde tot het hertogdom van Limbourg. Het was een oud kasteel dat wat uiterlijk betreft niet bijzonder was. Men noemde het ook wel Het Alt Hous. Het was de residentie van de plaatselijke heren. We troffen er oude schoorstenen aan die kenmerken hadden die dertiende-eeuws zijn. Een nieuwe burcht - uit de zestiende eeuw - heeft het oorspronkelijke Alt Hous vervangen. Men noemt het dan ook nieuw kasteel en het heeft toebehoord aan de familie De Draeck, waarvan nog een oude grafsteen in de kerk van Teuven heeft gelegen".

Deze tekst werd bijna 100 jaar geleden geschreven. Helaas is geen enkel spoor van het oude kasteel terug te vinden. Men weet zelfs niet met zekerheid waar precies het kasteel moet hebben gelegen. Volgens graaf Lionel de Sécillon, burgemeester van Teuven, lag het misschien op de plaats waar zich tegenwoordig een boerderij bevindt, die Het Oud Huys wordt genoemd, en dat zo'n tachtig jaar geleden gebouwd word (eigendom van zijn moeder gravin de Sécillon-Coenegracht).

Het nieuwe kasteel, dat men tegenwoordig de Hoef noemt, ligt iets ten noorden van het dorp, tussen de weg naar Slenaken en het riviertje de Gulp. Het heeft de vorm van een vierkant met twee vleugelgebouwen die naar achteren lopen. De nieuwe boerderijgebouwen - aan de zuidkant - zijn nagenoeg symmetrisch ten opzichte van elkaar gebouwd. Men kan er komen via het kasteel; hetzij direct dom een deur aan de westkant van het kasteel hetzij door een poort in de boerderij aan dezelfde zijde, die toegang geeft tot de eerste binnenplaats. Zij is van de burchtbinnenplaats gescheiden door een diepe gracht. Deze binnenplaats kan men bereiken door over een gemetselde stenen brug te lopen (duidelijk de vervanging van een vroegere ophaalbrug!) Het oudste gedeelte van het kasteel, dat uit de zestiende eeuw dateert, bestaat uit het centrale woongedeelte, de vierkante toren die de noordwestvleugel flankeert en de vleugel aan de oostkant. De westelijke vleugel is nieuwer en schijnt te dateren uit eind achttiende eeuw of begin negentiende eeuw.

De marmeren grafsteen van Limburg, waarover Schaepkens reeds sprak, is ingemetseld in de benedenbouw van de toren (aan de westzijde). Deze steen draagt de familiewapens van de familie De Draeck met een tekst en het jaartal 1666. Ook valt op dat bijna alle ramen voorzien zijn van omlijstingen en kruisbalken van eikenhout en bestaan uit twee vensters die uitzicht geven op het oude kasteelgedeelte, alsmede de overblijfselen van vroegere grachten die nog goed te zien zijn aan de noordzijde. De huidige eigenaar Hubert Duesberg heeft het geniale idee gehad om alle metselwerk te laten schoonmaken, de veranda - bestaande uit glaswanden - te laten afbreken, en het leistenen dak geheel te laten restaureren. Het kasteel, dat gedurende lange tijd verwaarloosd is en onder andere als gevolg van de Tweede Wereldoorlog ernstig vervallen was, heeft weer een gezond uiterlijk gekregen.

De herstelwerkzaamheden zijn uitgevoerd onder toeziend oog van het architectenbureau van Albert Duesberg. Het enige dat men zou kunnen betreuren, is het feit dat men de spits van de vroegere, hoge toren lager heeft gemaakt. Dit heeft weer te maken met het feit dat de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog het dak van deze toren hebben verwijderd om er een luchtafweergeschut op te zetten, en de bijkomstigheid dat er totaal geen document voorhanden was waarop de oude toestand van het kasteel te zien was. De zeer ver overstekende dakgoten zijn in hun vroegere staat terug gebracht. Al met al is de restauratie ontegenzeglijk een succes.

Oorspronkelijk was de Heerlijkheid Teuven waarschijnlijk een vrij erfleen, die omstreeks 1370 toebehoorde aan een zekere Mathilion. Ofschoon zijn familienaam niet wordt vermeld, moet het hier om Mathilion d'Eynatten gaan.

Vervolgens komt het kasteel in handen van de familie De Gronsveld (of Groules), die eveneens de Heerlijkheid de Beucken of del Beuck te Henri Chapelle bezaten. Deze twee Heerlijkheden bleven geruime tijd in handen van dezelfde eigenaar. Zij behoren op een bepaald moment toe aan Jeanne de Gronsveld, die omstreeks het begin van de vijftiende eeuw trouwt met Jean de Brempt.

Vervolgens werden de beiden Heerlijkheden overgenomen door hun zoon Goswin de Brempt, die in 1461 trouwt met Cathérine de Mérode, dochter van Walram. Vervolgens vielen beide Heerlijkheden ten beurt aan hun dochter Sophie de Brempt, die met Jean Krummel d'Eynatten trouwt, waarmee zij een dochter had, namelijk Jeanne Krummel d'Eynatten. Deze erft de bezittingen en trouwt met Gérard de Palant. Uit dit huwelijk worden vier kinderen geboren. De derde van deze kinderen, Adrienne de Palant (echtgenote van Adrien d'Uytenhove) kreeg door verdeling de Heerlijkheid Teuven in haar bezit, terwijl de Heerlijkheid Beucken aan haar zus Marie de Palant werd toegewezen.

Jean Charles d'Uytenhove - ongetwijfeld de zoon van eerdergenoemde Adrien d'Uytenhove en Adrienne de Palant volgt op 21 januari 1597 als eigenaar op en verkoopt het landgoed op 4 juli 1612 weer aan Walram Draeck (weduwnaar van Anne de Viron) en zijn kinderen. De Heerlijkheid zou 180 jaar in het bezit van deze familie blijven.

Walham Draeck wordt op 12 oktober 1617 opgevolgd door zijn zoon Robert, en vervolgens door diens broer Gérard de Draeck. Deze kreeg een meningsverschil met het adellijk kapittel der kanunnikken van St. Augustin van Sinnich omdat hij niet wilde erkennen dat dit kapittel rechten ontleende aan de Heerlijkheid van Sinnich. Lange procedures hierover waren het gevolg, echter koning Philips IV (door koninklijk besluit van 5 oktober 1649 en de Hoge Raad van Brabant in 1656) ontnamen hem alle illusies. Gérard de Draeck stierf in 1656. Uit zijn huwelijk met Anne Frangoise d'Adourne, werd een zoon, Joseph de Draeck, geboren, die als eigenaar opvolgde en de Heerlijkheid officieel in handen kreeg door bepaling van het Hof van del Breuck te Henri Chapelle (op 16 maart 1657).

Hij was degene die de mooie gebeeldhouwde graftegel liet maken. Hij stierf in het jaar 1700. Na zijn dood wordt het landgoed eigendom van zijn zoon Joseph Anselme de Draeck (echtgenoot van Catherine Ernestine Bertolf de Belven. Hij verkrijgt de titel baron, sterft in 1719 en had als opvolger een nog minderjarige zoon, baron Jean Joseph Gerard de Draeck en diens zus Marie Adrienne Franrçoise de Draeck (echtgenote van baron Jean Frederic Guillaume de Negri).



Het landgoed komt zodoende in handen van de oudste zoon van eerdergenoemde echtelieden baron Joseph-Anselme-Ant. de Negri, die trouwt met de weduwe van zijn broer, Françoise Guill. Joseph Jeanne Marie Josephine d'Eys de Beusdael. Uit dit huwelijk wordt bovendien barones Marie Françoise Josèphe de Negri geboren, aan wie kasteel de Hoef wordt toegewezen. Zij trouwt met baron Charles Alex de Blanchart, waarmee zij vijf kinderen krijgt. Na het overlijden van hun ouders verkopen deze kinderen het landgoed aan Victor Haan uit Aken die het weer verkoopt (in 1851) aan Walthère Moulan, advocaat te Luik. Deze sterft in 1876 en laat het landgoed na aan Cyrille en Julienne Magis (echtgenote van Pierre Korsten uit Luik) die het gezamenlijk - het jaar daarna - verkopen aan Léopold Gér. Ouoidbach (notariële akte notaris Jamar 30 juli 1877) en aan zijn echtgenote Gabrielle Therèse Christ. Elisab. de Ras (weduwe van Marie Josoph Jean Théod. en weduwe van Marie Emm. Victor Alex Coenegracht waarmee zij twee kinderen had).

Na haar dood (14 februari 1882) ontstaat er een twist over het eigendomsrecht over kasteel Hoeff tussen haar echtgenoot en de kinderen Coenegracht en Quoidbach. Ten slotte wordt het landgoed publiek verkocht en gekocht door Emile Saro en diens echtgenote Emma P.V.L. Demeyer uit Brussel (notariële akte notaris Nols en Xhaffiaire op 2 april 1901). Hun dochter Emma M.J.R. Sano (echtgenote van Louis Janssens uit Oostende) erft het bezit.

Na haar dood (7 augustus 1946) wordt het landgoed door erfopvolging eigendom van haar twee dochters, Marthe Janssens (echtgenote van Roger Verhaege de Naeyer) en Georgette Janssens (echtgenote van Pierre Morren) en van de drie kinderen (minderjarige) van haar reeds eerder overleden zoon Michel Janssens van Heule. Zij laten het kasteel verkopen.
Het kasteel en de boerderij 32 hectare groot worden opgekocht door de Vervierse Industrieel Hubert Duesberg (notariële akte notaris Lebeau op 27 februari 1947).
+ in onze rubriek FOTO'S
Kasteel Hoeff (of Hoof) werd in 1985 door de familie Le. Matissen Duesberg verkocht aan de Vlaamse Gemeenschap om er een Hotel-Restaurant van te maken dat geëxploiteerd wordt door Duysens-Roex, tevens exploitant van de kasteelboerderij.

Uit "LES DELICES DU DUCHE DE LIMBOURG van Guy POSWICK" - (1951).

© foto: hof-de-draeck.be