🏠News ContactLinksPlan-Regio + WeerAgenda'sFolders
Spoorwegen gedurende de nazie bezetting (V.V.V. Drei grenzen)

ONTDEKKING ➔ RAVELnet/spoorweglijnen 38-39 ➔ Vroegere stations/lijnen

SPOOR NAZI BEZETTING


BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR HET PERSONEEL VAN DE STATIONS INGELIJFD BIJ HET DERDE REICH.


INLEIDING

De tekst die volgt is de samenvatting van een vertrouwelijk rapport van de NMBS uit 1945 en behoort eigenlijk niet tot de opzet van deze website, maar behandelt de geschiedenis van de spoorwegen van Oost-België. Het leek ons toch interessant dit belangrijke element van de troebele periode 40-45 weer te geven.

Eerst en vooral moet men de termen "oude-Belg" en "neo-Belg" kennen :

Oude-belg : burger die Duits geworden is door de rechtzetting van de grenzen van de Oostkantons of door de inlijving van de 10 gemeenten na 10 mei 1940.

Neo-belg : inwoner van de Oostkantons (van voor 1920 of van 1920 tot 1940) die Belg geworden is door afstand van deze gebieden aan België in 1920.

Op 10 mei 1940 namen de Duitsers de spoorweginstallaties over.
De bezetting werd waargenomen door militairen van de Wehrmacht en door bedienden van de Reichsbahn (DR), gekozen onder degenen die in de buurt van de grens woonden en die dus de streek kenden.


HERINDIENSTNEMING VAN HET PERSONEEL

Gezien de terugtocht van de "oude-Belgen" beschikte ze enkel over "neo-Belg" personeel (sedert het decreet van Adolf Hitler van 18 mei) om ze te helpen haar installaties uit te baten.
Dit personeel, met uitzondering van bepaalde werknemers, was trouwens ter plaatse gebleven.
Sommige bedienden bleven in dienst zonder de minste onderbreking, zoals de stationschef die, na groet aan zijn inspecteur die zich terugtrok, en in Belgische dienstkleding de eerste was die de in draisine aankomende Duitse militairen ontving.

De beperking van de exploitatie tot de strikt militaire behoeften (afschaffing van de planmatige reizigers- en goederendiensten) liet eerst aan de DR toe zich van een groot gedeelte van de bedienden te ontdoen; maar deze toestand was slechts van korte duur daar het verkeer toenam zodat er weldra nieuwe mankracht nodig was.
Het is op dat ogenblik dat de grote herindienstneming van het personeel gebeurde en dat de politiek in actie treedt.


POLITIEKE TUSSENKOMST IN DE HERINDIENSTNEMING

De "neo-belgische" spoorwegmannen werden zonder probleem opnieuw in dienst genomen en de beste functies gegeven.. Hun bevordering was gemakkelijker door eenvoudiger proeven; het bewijs van Duitse burgertrouw toegekend door de partij gaf hen talrijke voordelen.

Dit was de beloning voor hun verraad van België.

De anderen ondergingen een tegengestelde behandeling.
Ze werden niet opnieuw in dienst genomen, of indien dit wel het geval was, moesten ze ondergeschikte of onaangename functies uitoefenen.


EEDAFLEGGING

Met zijn verordening van 18 mei 1940 had de Führer de aansluiting aan het Reich van de gebieden van Eupen, Malmedy en Moresnet bevolen.

De inwoners van de 10 betrokken gemeenten bleven voorlopig vreemden (hiervan werden ze niet verwittigd) om nadien Duits te worden "auf Widerruf" (Duitsers onder voorbehoud).

Al het neo-Belgisch personeel van de spoorwegen moest een eed afleggen om bij de DR toegelaten of behouden te worden. Voor de arbeiders gebeurde dat bij de onmiddellijke chef ; voor de ambtenaren vond ze plaats met een zekere pronk in de zetel van de regionale Directie van de Reichsbahn in Aken.


DUITSE INVASIE EN BEZETTING VAN DE NMBS-INSTALLATIES

Wanneer de Wehrmacht zich meester maakte van de Belgische spoorinstallaties gelegen op het gebied van de 10 door het weer inlijven betrokken gemeenten (Welkenraedt, Montzen, Moresnet, Gemmenich, Hombourg, Sippenaeken, Baelen, Membach, Beho, Henri-Chapelle) op 10 mei 1940, herkenden de Belgische spoorwegmannen met verbazing, onder het personeel van de DR, bedienden die vóór de oorlog bepaalde diensten uitoefenden in de stations Montzen en Herbesthal, wat de voorbereiding tot de aanval aantoonde.

De exploitatie van de spoorwegen werd hernomen op 15 juli 1940. De aanvragen om "emigratie" van de spoorwegmannen van de 10 ingelijfde gemeenten stroomden van overal toe. De datum van 30 september werd door de Duitsers als uiterlijke termijn opgelegd. Een aanvraag voor emigratie bestond uit eindeloze stappen, wachtrijen van meerdere uren en lange verhoren over de reden van emigratie.

Al deze administratieve hindernissen namen vooral de spoorwegarbeiders die slechter werden behandeld dan de bedienden.

Uiteindelijk boden zich toch een groot aantal aan bij de DR om de dienst te hernemen. Ze werden hiertoe "aangemoedigd" door een aanmaning, op 23 augustus aangeplakt in de gemeenten achter de nieuwe grens.

Degenen die geen schuilplaats konden vinden in niet-geannexeerd gebied boden zich op 1 september aan bij de DR om er dienst te nemen. De twee grote stations van Montzen en Herbesthal absorbeerden deze groep arbeiders "oude" Belgen alsook deze van Kelmis-La Calamine. Deze twee centra bleven tijdens de bezetting de bolwerken van de weerstand van de Belgische spoorwegmannen tegen de Duitse overmacht. De DR probeerde altijd onze arbeiders te gebruiken in functies die ze vroeger bekleedden om er, naar het schijnt, het beste rendement van te verkrijgen.


KWESTIE VAN DE NATIONALITEIT

De Duitse Staat erkende twee soorten burgers :

de "Reichsdeutsche" en de "Volksdeutsche".

De DR hield niet op met het gezeur over de nationaliteit van "oude" en "neo" Belgen. De "neo-Belgen" werden beschouwd als Volksdeutsche en de "oude" als "Deutsche auf Wiederruf", maar allen moesten een eed afleggen (Gelöbnis).

Eerst met overtuigingsmiddelen, nadien met drukkingsmiddelen trachtte de DR om van de "oude" Belgen van hunnentwege de erkenning van hun Duitse nationaliteit te bekomen.


DRAGEN VAN HET UNIFORM VAN DE REICHSBAHN

Sinds 1940 waren de bedienden "neo-Belgen", door hun functies, verplicht het uniform van de DR te dragen.

De "oude Belgen" waren hiervan uitgesloten aangezien ze als tijdelijken werden aangeworven.

Een groot aantal heeft het toch gedragen op aanvraag van bepaalde chefs, om geen verschil te maken tussen de "neo" en de "oude" Belgen en dit tot 31 augustus 1942, datum dat ze definitief vrijgesteld werden.

Een belangrijk punt om te onthouden: het was de "oude" Belgen formeel verboden het insigne van soevereiniteit te dragen, ttz. de arend met hakenkruis. Enkel de eedaflegging hief dit verbod op.

SPOOR NAZI BEZETTING    Printervriendelijk